Dutch course - elementary

Audio
  • Wie ben jij?
  • Hoe gaat het? (1)
  • Hoe gaat het? (2)
  • Hoe gaat het? (3)
  • Cijfers van 1 tot 20
  • Getallen van 10 tot 100
  • Heb je kinderen?
  • Dagen van de week
  • Het uur
  • Wel werk doe je?
  • Dialoog (1)
  • De weg uitleggen op kantoor (1)
  • De weg uitleggen op kantoor (2)
  • De weg uitleggen op kantoor (3)
  • De weg uitleggen op kantoor (4)
  • Dialoog (2)
  • Wat doe je vandaag?
  • Wat zijn je werkuren?
  • Maanden, seizoenen en vakanties
  • Nationale feestdagen in BelgiĆ«
  • Wat doe je deze vakantie?
  • Aan de telefoon (1)
  • Aan de telefoon (2)
  • Aan de telefoon (3)
  • Aan de telefoon (4)
  • Ik wil wel, maar ik kan niet
  • Dialoog (3)
  • Dialoog (4)
  • Eten en drinken
  • Bestelling
  • Dialoog (5)
  • De familie van Katrien
  • Zich voorstellen: sleutelzinnen
  • Problemen op het werk
  • Het sollicitatiegesprek
  • In New York